Beauceron
De Beauceron is een zeer intelligente en trouwe waak- en herdershond. Wat zijn uiterlijk betreft lijkt hij op de Dobermann.
Formaat
Schofthoogte: reu 63,5-71 cm, teef 61-68,5 cm.
Lichaamsbeweging
Voelt zich het prettigst als hij in de wijde ruimte werkt of oefent.
Uiterlijke verzorging
Door regelmatig borstelen houdt men de vacht in een goede conditie.
Voeding
Aanbevolen wordt 550-900 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of 5 kopjes volledig hondenvoer, vermengd met 2,1/2 kopje warm of koud water.
Oorsprong en geschiedenis
De Beauceron behoort de vier bekendste Franse rassen van herdershonden, die alle uit een andere streek afkomstig zijn. De andere zijn de Briard, de Picardische Herdershond en de Pyrenese Berghond. De Beauceron lijkt zowel wat kleur als wat uiterlijk betreft veel op de Dobermann. Hij stamt af van een minder fraai gebouwd oud herdershondenras dat vermoedelijk ook als jachthond werd gebruikt en kreeg zijn huidige vorm pas aan het einde van de vorige eeuw. De Beauceron is een natuurlijke herdershond, waarvan het karakter de laatste jaren sterk is verbeterd.
RASPUNTEN
Algemene verschijning. Een grote hond, stevig en krachtig, gespierd maar niet zwaar.
Kleur. Zwart, gris met black-and-tan aftekeningen (door de Fransen 'roodkousen' genoemd), wildkleur met zwart. Een witte borstvlek is toegestaan, maar stelt achteruit. Voor een echte werkhond geeft men de voorkeur aan een donkere vacht.
Hoofd. Lang, met een platte of slechts weinig gewelfde schedel. De stopgroef is niet duidelijk; de achterhoofdsknobbel is zichtbaar. De stop is niet duidelijk en ligt halverwege tussen achterhoofdsknobbel en neuspunt. Neusrug niet gebogen, behalve een klein beetje naar het einde toe. Snuit lang, maar noch zeer smal, noch erg spits. De neus is zwart. De onderlip hangt een weinig omlaag. De tanden zijn wit en zeer geschikt voor hun doel.
Staart. Niet ingekort, laag gedragen, moet minstens tot de sprong reiken; hij hangt recht naar beneden, maar is aan het uiteinde iets gebogen of haakvormig.
Voeten. Sterk en rond, met zwarte nagels en harde voetzolen. Dubbele Hubertusklauwen aan de achterbenen. Honden die overigens van het goede type zijn maar de Hubertusklauwen missen, kunnen slechts een eenvoudige vermelding behalen.