Drever
De Drever is buiten Scandinavië weinig bekend, maar in Zweden is het een van de populairste honden.
Het is volhardende maar trage werker, met een goede neus voor trekkende vossen, wilde zwijnen en reeën, die hij naar het geweer drijft. In Scandinavië is het een geliefde huishond. Een soortgelijke hond, de Strellufsstrovare, wordt in Denemarken gefokt.
Formaat
Hoogte: reu 31, 5-38 cm; teef 29-35,5 cm.
Lichaamsbeweging
Vereist veel lichaamsbeweging. Is het gelukkigst als hij jagen kan.
Uiterlijke verzorging
Normale dagelijkse borstelbeurt.
Voeding
375-550 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of kopjes volledig hondenvoer, vermengd met 1,1/2 kopje warm of koud water.
Oorsprong en geschiedenis
De Drever is een van de populairste hondenrassen in Zweden, een nationaal ras dat afgeleid zou zijn van kruisingen tussen andere Zweedse jachthonden en Teckels- en hun uiterlijk schuilt iets van de Teckel en de Beagle. Aan het begin van deze eeuw was het ras bekend onder de Duitse naam Dachsbracke. Toen het ras echter in antwoord op de Zweedse behoeften begon te veranderen, werd de naam gewijzigd en erkenning aangevraagd onder de nieuwe naam Drever. In 1953 werd het ras door de FCI erkend. Het is een sterke, gespierde hond, die enige gelijkenis vertoont met de Teckel. De kleuren zijn rood met wit, geel met wit en driekleurig. Het wit mag niet overheersen, maar moet vanuit elke gezichtshoek zichtbaar zijn.