Jamthund

De Jamthund is buiten zijn land van herkomst nauwelijks bekend, maar in Zweden is hij populairder dan de Elandhond. Hij heeft een groot uithoudingsvermogen en is een groot uithoudingsvermogen en is een stoere, energieke jager en een uitstekende waakhond.

Formaat

Schofthoogte: reu 58,5-63,5 cm, teef 53-58,5 cm.

Lichaamsbeweging

Vereist veel beweging om in een goede conditie te blijven.

Uiterlijke verzorging

Dagelijks borstelen en kammen.

Voeding

375-550 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of 3 kopjes volledig hondenvoer, vermengd met 1,1/2 kopje warm of koud water.

Oorsprong en geschiedenis

De Jamthund lijkt zeer veel op de Noorse Elandhond, maar ondanks zijn land van oorsprong is hij elders weinig bekend- anders dan de Elandhond, die over de gehele wereld successen boekt in de tentoonstellingsring.

Het ras werd ontwikkeld door Zweedse jagers, die hun eigen Keeshonden voor de jacht beter vonden dan de Noorse Elandhond en de Zweden zijn ervan overtuigd dat hij een betere jager is.

RASPUNTEN

Algemene verschijning. Een grote Elandhond van het Keeshondtype, met rechtopstaande oren en een fraai, maar niet te stijf gekrulde staart, die hoog over de rug wordt gedragen. Het ras is stevig, gedrongen en slank, zonder zwaar te zijn. De hond dapper en energiek, maar tegelijkertijd kalm en bedachtzaam.

Kleur. Donkergrijs of lichtgrijs; gedeelten van snuit, wangen en keel zijn lichtgrijs of crème, die karakteristiek is voor het ras. Meerdere kleuren op benen, borst en buik en bij de staart zijn geoorloofd.

Hoofd. Lang, droog en betrekkelijk breed tussen de ogen. De schedel loopt enigszins rond. De stop is duidelijk zichtbaar maar steek niet ver uit. De neus is breed, de neusrug recht, breed en krachtig. De lippen sluiten strak over de kaken. De snuit is iets korter dan de schedel en loopt geleidelijk en gelijkmatig toe naar de. Deze mag er echter noch van boven, noch van opzij gezien puntig uitzien. De wangen zijn vlak. De tanden moeten op elkaar sluiten.

Staart. Hoog aangezet, middelmatig lang en overal even dik. Hij is goed bevederd maar zonder vlag en wordt gekruld over de rug gedragen en niet te veel opzij.

Voeten. Stevig, niet naar buiten gedraaid, iets ovaal en met aaneengesloten tenen