Maltezer

De Maltezer is goedgehumeurd en uitstekende gezinshond. Hij is betrouwbaar met kinderen, past zich wat lichaamsbeweging betreft goed aan en is gewoonlijk gezond; meestal blijft hij zijn gehele, lange leven speels.

Formaat

Schofthoogte mag niet meer dan 25 cm bedragen.

Lichaamsbeweging

Kan grote afstanden afleggen, maar is ook tevreden met een wandeling in het park.

Uiterlijke verzorging

Zeer belangrijk. Borstel hem vanaf de puppyleeftijd elke dag en doe babypoeder op zijn benen en babypoeder op zijn benen en onderzijde om hem tussen twee wasbeurten schoon te houden. Steek uw licht bij een fokker op over het klaarmaken van dit ras voor tentoonstellingen; voor beginners die aan tentoonstellingen me willen doen misschien niet het meest geschikte ras.

Voeding

Aanbevolen wordt circa 375 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of 1-1,1/2 kopje droogvoer , volledig hondenvoer, vermengd met warm of koud water in de vermengd met warm of koud water in de verhouding 1 kopje voedsel: 1/2 kopje water. Uiteraard zijn dit summiere, algemene richtlijnen. Af en toe kan men hem ter afwisseling licht gekoot, in stukjes gesneden vlees, vermengd met hondenbrood, geven. Restjes mager vlees worden graag gegeten. Water moet altijd bij alle rassen ter beschikking staan.

Oorsprong en geschiedenis

Gezegd wordt dat van de dameshondjes de Maltezer het oudste Europese ras is. Er bestaat echter enig meningsverschil over of hij oorspronkelijk uit Malta afkomstig is; vaststaat in ieder gevel dat het ras er eeuwenlang voorkwam. De Maltezer vond ook zijn weg naar China en de Filippijnen, waarschijnlijk dank zij ondernemende Maltezer kooplieden.

In Engeland vestigde het ras zich voor het eerst tijdens de regering van Hendrik VIII en het werd toen een geliefd schoothondje van gegoede dames. In 1864 verwierf het daar een eigen klasse. Er zijn nog vele andere kleine honden bekend die vermoedelijk uit de Maltezer voortkomen, zoals de Bolognezer, het Leeuwhondje en de Havannees.

RASPUNTEN

Algemeen uiterlijk. Moet kwiek, levendig en alert zijn. Moet zich vrij voortbewegen, zonder schommelende gang.

Kleur. Zuiver wit, maar een lichte citroentekening wordt niet bestraft.

Hoofd en schedel. Van de stop tot het midden van de schedel (tussen de voorkant van de oren) en van de stop tot de punt van de neus moet de afstand gelijk zijn. Duidelijke stop. Neuszuiver zwart.

Staart. Moet fraai over de rug gebogen zijn en overvloedig van lange haren zijn voorzien.

Voeten. Moeten rond zijn en de voetzolen zwart.