Whippet
De Whippet is een uitstekende keuze voor hen die een hond zoeken die een combinatie is van een aanhankelijk, aardig huisdier en een hond die op de renbaan en / of in de tentoonstellingsring hoge ogen gooit. Hij heeft een vreedzaam karakter, maar kan in een vreemde omgeving wat nerveus zijn.
Formaat
De ideale hoogte is voor reuen 47 cm en voor teven 44,5 cm. Keurmeesters moeten met de grootte enige soepelheid betrachten ten aanzien van een op de afmetingen na overigens goede hond.
Lichaamsbeweging
De Whippet is een wedrenner, die snelheden van 55-65 km per uur bereikt. Hij kan zich goed aanpassen aan een leven buiten de renbaan, maar dan moet men hem veel lichaamsbeweging kan bieden.
Uiterlijke verzorging
Vereist weinig Uiterlijke verzorging; wel moet de staart voor een tentoonstelling gewoonlijk wat worden opgeknapt. Tandsteen moet geregeld worden verwijderd; nagels regelmatig knippen.
Gezondheidszorg Ondanks hun tere verschijning zijn Whippets sterk. Wel moeten ze binnenshuis slapen en zijn ze gevoelig voor tocht.
Voeding
Aanbevolen twijfel heeft de Greyhound een aandeel gehad in de opbouw van dit ras, maar er bestaat enig meningsverschil over het feit of er gekruist werd met een Terriër, een Faraohond of een ander ras. In Engeland is het ras sedert het begin van deze eeuw populair en het werd reeds in 1897 op de Crufts tentoongesteld, vijf jaar later gevolgd door erkenning door de British Kennel Club.
RASPUNTEN
Algemene verschijning. Moet de indruk wekken van schitterend uitgebalanceerde spierkracht, gecombineerd met een grote sierlijkheid. De belangrijkste punten van overweging zijn een harmonische omlijning, de spierontwikkeling en een krachtig gangwerk. De hond moet voor snelheid en werken gebouwd zijn; alle vormen van overdrijving moeten worden vermeden. Hij moet een grote vrijheid van beweging bezitten. De voorbenen moeten als bij een volden geworpen en niet hoog opgetild zoals een hackney doet. De achterbenen moeten goed onder het lichaam worden gebracht, wat een grote stuwkracht mag niet als op stelten, hoog stappend of malend zijn.
Kleur. Elke kleur of kleurencombinatie.
Hoofd en schedel. Lang en smal; van boven vlak en naar de snuit toe versmallend; vrij breed tussen de ogen; kaken krachtig en goed gevormd. Neus zwart, maar bij blauwe honden is blauwachtig toegestaan, bij leverkleurige een neus in dezelfde kleur en bij witte of bonte een vlinderneus.
Staart. Geen bevedering. Lang en spits toelopend, in actie in een fraaie boog omhoog maar niet over de rug gedragen.
Voeten. Zeer kort en stevig, tenen goed gescheiden, kootjes sterk gebogen, voetzolen dik en sterk.