Amerikaanse Foxhound

De Amerikaanse Foxhound is een lichtere hond die er sneller uitziet dan de Engelse Foxhound. In de Verenigde Staten is dit ras op tentoonstellingen te zien.

Formaat

Hoogte: reu niet kleiner dan 56 cm, noch hoger dan 63,5 cm; de teef niet onder de 53 cm of boven de 61cm.

Lichaamsbeweging

Moet zware arbeid verrichten.

Uiterlijke verzorging

Gebruik een glanshandschoen.

Voeding

Foxhounds krijgen ander voedsel dan huishonden: meutehonden krijgen hun voedsel, bestaande uit paardenvlees en 'pudding' (havermoutpap), in een trog, waarbij de magerste honden het eerst mogen eten, waarna de rest wordt toegelaten. De dag van de jachtpartij krijgen ze geen eten.

Oorsprong en geschiedenis

De Amerikaanse Foxhound stamt, naar men aanneemt, af van een meute Foxhounds die door Robert Brooks in1650 van Engeland mee naar Amerikaanse vos- is sneller dan zijn Europese tegenhanger. Omstreeks 1770 importeerde George Washington ook Foxhounds uit Engeland, terwijl hij in 1785 enkele uitstekende Franse exemplaren van Lafayette ten geschenke kreeg. De Engelse en Franse rassen werden gekruist, waaruit de Virginia Hounds voortkwamen, die tegenwoordig de Amerikaanse Foxhound vormen.

RASPUNTEN

Kleur. Elke kleur is toegestaan.

Hoofd en schedel. De schedel moet vrij lang zijn, bij de jachtknobbel iets gewelfd, en verder breed en vol. De oren zijn matig laag aangezet en lang en reiken, indien ze worden aangelegd, bijna of zelfs precies tot aan de punt van de neus; ze zijn fijn van structuur, tamelijk breed, kunnen vrijwel niet worden opgericht, zitten dicht tegen het hoofd met de voorste rand enigszins naar de wang gekeerd en zijn aan het uiteinde rond.

Voeten. Vosachtig. Voetzool vol en hard. Goed gebogen tenen. Sterke nagels.

Staart. Matig hoog aangezet en vrolijk gedragen, maar niet voorwaarts over de rug gebogen; met een lichte boog en een zeer lichte vlag.