Griffon

 (Griffon Bruxellois of Brussels. Smousje, Griffon belg)

De Griffon is een aantrekkelijk, vrolijk hondje, uitstekend geschikt voor gezinshond. Hij heeft een bijna aapachtig gezicht, met een schrandere uitdrukking, en hij nis sterk, intelligent en Terriërachtig van aard. Dit in hoofdzaak Belgische ras werd oorspronkelijk gebruikt als waakhond en voor het opruimen van ongedierte, vooral in stallen. Het viel echter in de smaak van vorsten en werd vervolgens een modieus huisdier.

Er zijn drie variëteiten: de Griffon Bruxellois, de Griffon Belge en de Petit Brabancon. Het enige verschil zit in de vacht: de Bruxellois is halflangharig en rossing, de Griffon Belge halflangharig en zwart, en de Petit Brabacon kortharig. In een nest kunnen zowel halflangharige als kortharige exemplaren voorkomen. In de standaard is het enige verschilpunt dan ook de vacht: bij de halflangharige is deze ruw, draadachtig en zonder krul, het liefst met een ondervacht, bij de kortharige glad en dicht.

Formaat

Gewicht: 2,3-5 kg, meest gewenst 2,7-4,5 kg.

Lichaamsbeweging

Zoals de meeste kleine gezelschaphonden past dit ras zich uitstekend aan een stadsleven aan.

Uiterlijke verzorging

De ruwharige vacht moet tweemaal per jaar worden geplukt, vraag hierover deskundig advies of laat het door de vakman doen. De kortharige moet worden geborsteld en met een doek gewreven en daarna met de bekende fluwelen handschoen of een stuk zeemleer. Let er bij dit en andere kleine rassen op dat nagels niet te lang woeden. Koop hiervoor een goede nagelschaar in de dierenwinkel en let erop niet in het leven te knippen.

Voeding

Circa 200 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of 1-1,1/2 kopje droogvoer, vierledig hondenvoer, vermengd met warm of koud water in de verhouding 1 kopje voer: ½ kopje water.

Oorsprong en geschiedenis

De Griffon werd voor het eerst op de Brusselse tentoonstelling van 1880 tentoongesteld en is een echt Belgisch ras. Het lijkt waarschijnlijk dat het van de Affenpinscher is afgeleid, waarmee het gezicht overeenkomsten vertoont. De invoering van de Mopshond was mogelijk verantwoordelijk voor de Petit Brabacon of kortharige, die in het begin niet werd erkend.

Gelukkig hebben de Griffons nu hun weg naar de meeste landen gevonden. In België wordt de Griffon met gecoupeerde oren tentoongesteld, maar couperen van de oren is in Nederland (en vele andere) wettelijk verboden.

RASPUNTEN

Algemeen uiterlijk. Een evenwichtig gebouwd, vierkant hondje, levendig en alert, de indruk wekkend dat de afstand van de schoft tot de staartwortel gelijk is aan die van de schoft tot de grond. Zijn gang moet vrij zijn, met een correcte actie van het goed gebogen spronggewicht; het hoog stappen met de voorbenen moet worden tegengegaan.

Kleur. Rood (Bruxellois), zwart (Belge) of zwart met tan (Brabancon). Bij de rode is een donkerder tint van masker en oren gewenst. In het ideale geval is elke haar van punt tot wortel gelijkmatig rood. Een weinig grijs aan de snuit van volwassen kortharige exemplaren wordt niet bestraft.

Hoofd en schedel. Het hoofd moet groot en rond zijn, maar zeker niet koepelvormig, en tussen de oren breed. Bij de halflangharige variëteiten moet het haar op de schedel vrij hard zijn. Neus altijd zwart, zo kort mogelijk, met grote, open neusgaten, hoog geplaatst, met een diepe stop tussen neus en schedel en naar de schedel toe schuin aflopend. Brede snuit; fraaie lippen die goed omhoog zijn gebogen. Kin naar voren stekend; iets ondervoorbijtend, zonder dat de tanden te zien zijn en (bij de halflangharige variëteiten) uitgerust met een baard.

Staart. Kort gecoupeerd, hoog gedragen, onder een rechte hoek boven de ruglijn uitkomend.

Voeten. Kleine, dikke, katachtige voeten, met zwarte nagels.