Kuvasz

De Hongaarse Kuvasz kan als huisdier worden gehouden en is trouw en aanhankelijk aan zijn baas en de rest van het gezin. Hij is echter in de eerste plaats een waakhond en altijd op zijn hoede voor indringers.

Lichaamsbeweging

Vereist zeer veel beweging om gezond te blijven.

Uiterlijke verzorging

Met een geregelde borstelbeurt houdt men de vacht in een goede conditie.

Voeding

Als Hongaarse Staande Hond.

Oorsprong en geschiedenis

De Kuvasz komt in Hongarije al eeuwenlang voor en reeds aan het einde van de 15de eeuw werd hij gebruikt als beschermer van de adel tegen eventuele moordenaars. Hij stond bekend als de waakhond van rijken: alleen hooggeplaatsten mochten dit ras houden. In het Westen ziet men hem weinig; in de Verenigde Staten is hij populairder dan in West Europa.

RASPUNTEN

Algemene verschijning. Een grote, waardige en krachtige hond. Het lichaam is harmonisch van bouw: niet overdreven lang, noch te gedrongen. Het silhouet is ruwweg vierkant. De spieren zijn droog, zijn botten sterk maar zonder grofheid. Strakke gewrichten. De regelmatige stand van de ledematen, de diepe borst en het enigszins aflopende kruis stellen de Kuvasz in staat moeiteloos te werken. De tanden zijn zeer krachtig. De stevige, golvende vacht is een karakteristiek kenmerk van het ras.

Kleur. Altijd wit, ivoorkleurig wordt thans geaccepteerd. Hoofd. Het hoofd is het aantrekkelijkste kenmerk van de Kuvasz en staalt adel en kracht uit. De neus is puntig en zwart, net zoals de binnenkant van de lippen en de oogranden. De neusrug is lang, breed en recht. De lippen sluiten nauw over het tandvlees en zijn bij de mondhoeken gekarteld. De snuit wordt van de aanzet naar de neus toe smaller, maar mag aan het uiteinde niet te spits zijn. De voorhoofdgroef loopt door tot aan de snuit. Het gebit is goed ontwikkeld, regelmatig en sterk; de kaken zijn scharend. De stop loopt geleidelijk schuin af en is lang maar niet puntig, middelmatig breed, met een brede achterhoofdsknobbel. De oren zijn vrij hoog aangezet en zitten dicht tegen de vrij platte schedel.

Staart. Vrij laag aangezet, een voortzetting van het kruis. Hij reikt ongeveer tot aan de sprongen en wordt omlaaghangend gedragen; het uiteinde is iets opwaarts gedragen, echter zonder een krul te vormen. Wanneer de Kuvasz opgewonden of op zijn hoede is, wordt de staart tot hoogte van de lendenen opgeheven.

Voeten. De achtervoeten zijn langer dan de voorvoeten, maar even sterk. De voetzolen zijn stevig en veerkrachtig, de nagels goed ontwikkeld en leigrijs van kleur. Hubertusklauwen moeten verwijderd worden.