Leeuwhondje

Het Leeuwhondje is een lid van de Bichon-familie. Zijn naam dankt het aan zijn leeuwentoilet, de wijze waarop ook de Poedel vaar tentoonstellingen wordt geschoren en geknipt en die het dier, complete met manen en kaalgeschoren start met pluim, het uiterlijk van een miniatuur leeuw geven. Het is een aanhankelijk, vrolijk, schrander hondje, dat in Europa reeds eeuwenlang bekend is.

Formaat

Hoogte: 25-33 cm schofthoogte. Gewicht: 1,8-4,1 kg.

Lichaamsbeweging

Dit ras past zich zowel aan het stads- als aan het buitenleven aan. Hoewel het gewoonlijk als een echt dameshondje wordt gezien, stelt het een geregelde wandeling in het park of een renpartij in de vrije natuur zeer op prijs.

Uiterlijke verzorging

Het trimmen en scheren laat men aan de vakman over, in ieder geval totdat men het model door en door kent. Door het Leeuwhondje dagelijks te borstelen, blijft het er fraai uitzien.

Voeding

Aanbevolen wordt 125-200 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; 1-1,1/2 kopje volledig hondenvoer, vermengd met warm of koud water (in de verhouding ½ kopje water: 1 kopje voer). Zorg er altijd voor dat de over voldoende drinkwater beschikt.

Oorsprong en geschiedenis

Dit in België veel gefokte hondje werd door de FCI merkwaardigerwijs als Frans ras erkend, onder de titel ‘petit chien lion’. Het was met zekerheid vanaf het einde van de 16de eeuw bekend en verheugde zich vermoedelijk in de gunst van de hertogin van Alba, want een sterk op een Leeuwhondje gelijkende hond staat afgebeeld op een schilderij van haar dat Francis Goya (1746-1828) vervaardigde. Vermoedelijk ontwikkelde het ras zich ongeveer tegelijkertijd met de Maltezer, de Bichon a Poil Fraise en de Bolognezer in het Middellandse- Zeegebied.

Het Leeuwhondje is geregeld op tentoonstellingen te zien, maar moet als huisdier zijn populariteit nog verwerven.

RASPUNTEN

Algemeen uiterlijk. Dit intelligent hondje bezit een aanhankelijke, levendige aard, in combinatie met alle goede eigenschappen van een gezelschapshond. De vacht wordt geknipt in het traditionele leeuwtoilet van de Poedel en de kaalgeschoren start eindigt in een pluim, waardoor de hond op een kleine leeuw lijkt.

Kleur. Elke kleur is toegestaan, zowel effen als bont, maar de mast gezochte kleuren zijn wit, zwart en citroenkleurig.

Hoofd. Kort. De schedel is naar verhouding breed.

Staart. Deze middelmatig lang en geschoren, op een bosje pluimvormig haar aan het uiteinde na.

Voeten. Deze moeten klein en rond zijn.