Pumi

De Pumi is een prettige kameraad en waakhond. Hij is echter het liefst in gezelschap van zijn baas en laat luidruchtig blijken dat er indringers zijn.

Formaat

Gewicht: 8-13 kg, schofthoogte 33-44,5 cm.

Lichaamsbeweging

Voelt zich het gelukkigst als hij buiten kan rennen, maar is gemakkelijk af te richten.

Uiterlijke verzorging

Borstelen is nuttig!

Voeding

375-550 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of kopjes volledig hondenvoer, vermengd met 1,1/2 kopje warm of koud water.

Oorsprong en geschiedenis

De Pumi is, net zoals de Komondor, de Puli en de Kuvasz, een Hongaarse herdershond. De laatste jaren is hij in Hongarije echter hoofdzakelijk als veelzijdige boerderijhond en veedrijver in gebruik. Ook is hij zeer geschikt om als politie- of waakhond te worden afgericht. Zijn afstamming is onduidelijk.

RASPUNTEN

Algemene verschijning. Een hond van middelmatige grootte, levendig en met vele eigenschappen van de Terriër. Het hoofd is vrij lang, met een goed ontwikkelde snuit. Zeer beweeglijke tiporen. De vacht is middelmatig lang, zonder neiging tot vervilten. De staart is recht; aangeboren kort of gecoupeerd is toegestaan. Ogen en snuit door de lange vacht nauwelijks zichtbaar.

Kleur. Vele kleuren komen voor, maar vooraal duifgrijs, zilvergrijs en leigrijs. Ook ziet men zwart, lichtgrijs, wit en kastanjebruin. De Pumi mag niet gevlekt zijn of aftekeningen hebben.

Hoofd. De vorm van het hoofd wordt grotendeels ingenomen door de lange snuit. De neusrug is recht. De snuit wordt van de schedel naar de puntige neus toe geleidelijk smaller. Ook de neuspunt is smal. De lippen sluiten nauw tegen het gebit aan. Regelmatig, scharend gebit, met goed ontwikkelde, sterke tanden. Stop onduidelijk. De schedel is vrij smal en iets gewelfd. het voorhoofd is iets rond en lang. Donkerbruine ogen met dicht aanliggende oogleden.

Staart. Hoog aangezet en recht of iets lager gedragen; tot op tweederde van zijn lengte ingekort.