ShetlandSheepdog

De Shetland Sheepdog is een miniatuuruitgave van de perfecte Langharige Collie en mogelijk de oplossing voor hen die graag een collie willen houden, maar niet voldoende ruimte hebben voor een Langharige Collie.

De Sheltie is een goede gezinshond, zij het wat wantrouwend ten opzichte van onbekenden. Hij is betrouwbaar bij paarden en wordt nog steeds voor het hoeden van schapen gebruikt.

Formaat

Ideale schofthoogte 35,5 cm voor een teef en 37 cm voor een reu; een overschrijding van deze maten met meer dan 2,5 cm wordt als een ernstige fout gezien. Alleen in de Verenigde Staten wordt de voorkeur gegeven aan een groter formaat.

Lichaamsbeweging

Hij voelt zich gelukkig als hij een grote tuin ter beschikking heeft om te ravotten en geregeld wordt uitgelaten.

Uiterlijke verzorging

Niet zo moeilijk schoon te houden als men wel zou denken. Geregeld met een harde borstel borstelen en een kam gebruiken om klitten te voorkomen, met name achter de oren. Geregeld baden is niet nodig, maar aanbevelenswaardig wanneer de teef haar wintervacht verliest. De Sheltie is zeer proper op zichzelf en zit zich dan ook vaak schoon te likken.

Voeding

375-550 gram blikvlees, aangevuld met een gelijke hoeveelheid hondenbrood; of 3 kopjes volledig hondenvoer, vermengd met 1,1/2 kopje warm of koud water.

Oorsprong en geschiedenis

De Sheltie komt oorspronkelijk van de Shetland Eilanden, voor de noordkust van Schotland, een streek die ook beroemd is om zijn kleine Shetland-pony’s die, evenals de Shetland Sheepdog, met en dikke vacht zijn uitgerust die hen tegen het ruwe klimaat beschermt.

Het ras wordt reeds 125 jaar zuiver gefokt, maar er is een tijd geweest dat er conflicten waren tussen de voorstanders van het oorspronkelijke uiterlijk en de fokkers die uit waren op een kleine uitgave van de Langharige Collie. In 1914 kwam men echter tot elkaar en werd in Engeland de English Shetland Sheepdog Club gevormd, terwijl de Sheltie een eigen classificatie verkreeg. Tegenwoordig woeden overall ter wereld Shelties gehouden.

RASPUNTEN

Algemeen verschijning. De Shetland Sheepdog moet direct het beeld oproepen van een intelligente, alerte hond van grote schoonheid. Hij beweegt zich lenig en sierlijk, met een voor zijn afmetingen grote snelheid en sprongkracht. Het silhouet moet symmetrisch zijn, zodat geen enkel deel buiten proportie is ten opzichte van het geheel. Een overvloedige vacht, kraag en fraaie manen, een welgevormd hoofd en een zachte gelaatsuitdrukking zijn de kenmerken van een ideale Shetland Sheepdog.

Kleur. Driekleurige exemplaren moeten op het lichaam intens zwart zijn, zonder vlekjes (‘ticking’); aan diepbruine (tan) aftekeningen wordt bij een driekleurige de voorkeur gegeven. Oranjekleurige dieren (sables) mogen effen zijn of zwarte harpunten bezitten, met elke tint van goudkleurig tot diep mahoniebruin, mits de tint maar vol is. Bij blue merles is een zuiver zilverblauwe kleur gewenst, met een zwarte spikkeling. Diep tankleurige aftekeningen worden geprefereerd, maar het ontbreken hiervan wordt niet als een fout gezien. Zware zwarte aftekeningen en een leikleurige of roestkleurige zweem in boven- of ondervacht zijn zeer ongewenst. Het algemene effect moet blauw zijn. Witte aftekeningen mag men tegenkomen als bles en op de kraag, borst, benen en de start. De neus moet zwart zijn, welke kleur de hond ook heft.

Hoofd en schedel. Het hoofd moet verfijnd zijn en de vorm ervan zowel van boven als van opzij gezien een lange, stompe kegel, die van de oren naar de neus toe stomper wordt. De breedte van de schedel is afhankelijk van de totale lengte van schedel en snuit, terwijl het geheel moet worden gezien in relatie met het formaat van de hond.

Staart. Laag geplaatst. Het geleidelijk toelopende bot moet ten minste tot de sprong reiken. De start moet van overvloedig haar zijn voorzien en licht opwaarts zijn gebogen.

Voeten. Ovaal; voetzolen van goede eeltkussens voorzien. Tenen gebogen en dicht aaneengesloten.